De 42KM langdurende rollercoaster

5E0F2541-C1D8-438E-BC2C-B13EE5345B28Het is 06:30 en de wekker gaat. Uiteraard was ik al twee uur lang rondjes aan het draaien in mijn bed, want hoewel ik dood moe was bleven mijn gedachten maar heen en weer schieten. 42,195 km, hoe ging ik dat ooit doen? Wat als ik de start niet kan vinden? Of verdwaald raak? Natuurlijk wist ik dat ik hartstikke goed getraind was en dat het bijna niet meer mis kon gaan, maar de paniek werd steeds groter en groter. Letterlijk het eindexamengevoel van de middelbare school all over again. Mijn veel te competitieve instelling hielp daar ook niet echt aan mee. Ik zei tegen mezelf dat ik al trotst mocht zijn als ik hem uit zou lopen en ervan ging genieten, maar ergens wist ik dat ik niet tevreden met mezelf zou zijn als ik mijn doel -binnen de vier uur- niet zou halen.

M’n outfit had ik braaf de avond van te voren klaar gelegd. Mijn horloge (Garmin Forerunner 235) en Urbanears waren opgeladen en ook mijn Spotify af
speellijst ‘Marathon Runnings’ was helemaal up-to-date. IMG_2643Nadenken over hoe ik in Rotterdam zou komen hoefde ik gelukkig niet, mijn lieve moeder weet precies dat ik in dit soort situaties van de adrenaline en hyperactiviteit amper kan nadenken en dus haar hulp nodig heb. Na mijn twee grote koppen koffie, bak havermout met rozijnen, kaneel en geprakte banaan (op waterbasis) zette ze me om 08:00 af op het station. Hier stapte ik samen met nog een stuk of tien marathonlopers de metro in richting Rotterdam Centraal.

De emotionele rollercoaster waarin ik me vanaf dat moment bevond was vreselijk. Tien seconde lang had ik er zin in en kon ik niet wachten om te beginnen, en voor ik het wist schoot dit over naar een ‘waar the fuck ben ik mee bezig’ gevoel. Toen ik de omkleed-tent op het Schouwburgplein binnen liep en mensen massaal bananen zag eten en extra veters in hun schoenen zag knopen -met een achtergrondmuziekje waarbij zelfs Superman bang zou worden- kon ik alleen maar denken: laat dit gewoon NU beginnen. Huppelend en springend baande ik mezelf een weg naar de start over de Lijnbaan, waarbij ik door Jurre (mijn Amsterdamse hardloopbuddy) aan de rem getrokken werd. ‘Spaar je benen nou, je moet nog 42 kilometer Nicotje!’ Hij had gelijk, maar de energie gierde door mijn lichaam en ik vond het wel een goed idee om de spieren alvast een beetje los te schudden.

JurrIMG_2750e en ik nemen afscheid voor het startvak: hij zat in wave 2, ik mocht een stukje doorlopen naar 3. Hoewel ik natuurlijk al geplast had op de voor-hardloopwedstrijd-begrippen schone dixies, realiseerde ik mij dat ik met deze veel te volle blaas niet vier
uur lang kon gaan rennen. Dit was niet gewoon even een zenuwenplasje. “Ik mag zeker niet even snel naar die WC’s in dat andere startvak hè meneer?” vroeg ik met mijn liefste glimlach aan de bewaker die met een serieuze, maar vriendelijke blik het rood witte lint in positie hield. Tevergeefs zei hij ‘nee’, maar nog geen halve minuut later besefte hij zich waarschijnlijk dat ik aan de tot-nu-toe zwaarste opgave van m’n leven ging beginnen. Hij liet me gelukkig door.

En zo liep ik samen met het businessvak door naar de start, waar ik toch besloot te wachten op mijn eigen groep. Ik stond helemaal vooraan en stond te springen en te genieten (don’t ask me how) van Lee Towers en zijn  ‘You never walk alone’. Gaan we nou beginnen? Ik hield het niet meer… Ik was vrolijk, maar ook bang, had er zin in maar toch ook weer niet.. Gelukkig ging om 10:15 voor mij ook eindelijk het startschot af en begonnen mijn beentjes aan de 35.000 stappen die ik zou gaan zetten.

fullsizeoutput_63cf
Bijna helemaal correct voorspeld..

De mensen, de muziek, het lekkere weer en de adrenaline zorgde ervoor dat ik veel te hard over de Coolsingel raasde. Ik wierp een blik op mijn horloge en wist wel dat ik langzamer moest, maar ik zat vol euforie en het ging zo lekker. Het ging nu echt gebeuren! Al die weken trainen, veel slapen, geen alcohol drinken en goed eten waren allemaal voor dit moment. De eerste twee kilometer vlogen voorbij. Met gemak ging ik de Erasmusbrug over en gaf hier en daar een high-five aan kindjes die de longen uit hun lijf aan het schreeuwen waren langs de zijkant. Zoals ik mezelf had aangeleerd nam ik bij elke vijf kilometer een paar slokken van mijn Isostar en at ik een snoepje (van die Power Bar gelletjes in snoepvorm). Het was warm, maar de eerste tien kilometer had ik daar eigenlijk geen last van. Het was immers nog vroeg; ik was pas 54.14 minuten aan het rennen.

IMG_4333Toen ik 15KM naderde wist ik wat er komen ging. Papa en mama zouden klaar staan om mij toe te schreeuwen. Ze waren niet te missen, want het gele spandoek dat mama in elkaar had geknutseld voor zowel mij als haar hardloopmaten was zowat vanaf de start te zien. Ik begon 100 meter van te voren te zwaaien en te gillen en kon het natuurlijk niet laten om even te high-fiven! Na het zien van mijn ouders kreeg ik weer nieuwe kracht om door te gaan en wist ik mijn tempo ongeveer tot de 28 KM constant te houden rond de 5:30 per kilometer. Hoewel deze 28 KM voor ik het wist voorbij waren, voelde ik rond de 20 KM de blaren langzaam bij beetje opkomen. Het enige wat je naar mijn idee dan kan doen is: verstand op nul en blik op oneindig zetten.  Vooral nièt aan je voetjes of benen denken en gewoon door gaan.

Dit door blijven gaan en niet opgeven had ik ook te danken aan mijn lieve vriendin Vera, IMG_2776want naast dat ze bij de 21KM een stukje met me mee rende had ze later ook nog een verrassing voor me. Een paar kilometer later, bij het meest misleidende stuk van de Rotterdam Marathon (rond de 30 KM), hoorde ik ineens een boodschap door de speakers en zag ik haar springen op een scherm langs het parcours. Ik kreeg kippenvel en tranen in mijn ogen, zag aan de andere kant lopers water drinken en dacht: dat bekertje drinken heb ik ook nodig. Wat ik echter niet wist was dat ik daar pas zo’n 10 KM later zou rennen. De veel te grote ronde om de Kralingseplas stond op me te wachten…

IK MOET HET HALEN! Dit bleef maar door mijn hoofd gieren. Nog een keer tussen de 20 en 30 KM werd ik door mijn ouders en Job toegeschreeuwd en aangemoedigd, al kan ik me totaal niet meer herinneren waar dit was. Mijn hersenen waren over gegaan in runnershigh-modus: ik focuste me op niks anders meer dan mijn gemiddelde tijd en het niet struikelen over mijn eigen voeten. Ik genoot van mijn heerlijke hitjes, zfullsizeoutput_63ceong af en toe schaamteloos mee en nam hier en daar een fotootje of maakte een filmpje. Enige dieptepunt: ik kwam niet af van de continue dorst. Poepoepoe wat was het warm. Vanaf de 25 KM nam ik bij elke stop geen één maar twee bekertjes water, en ondanks dit vele drinken had ik na elke drie kilometer alweer vreselijke behoefte aan iets te drinken. Ik bleef elke vijf kilometer een snoepje nemen maar toen ik op de 33 KM zat begon ik mij een beetje zorgen te maken. Mensen om me heen liepen, er kwamen ambulances voorbij en sporadisch lag er iemand verwikkeld in zilverfolie langs de kant. Straks gebeurd dit ook bij mij?! In totaal bleken er achteraf zelfs 1300 mensen te zijn uitgevallen. Ik kreeg het zwaarder en zwaarder en mijn split-tijd zakte steeds verder in waarbij ik hem vanaf de 34 KM gewoon niet meer onder de 5:50 per kilometer kreeg. Het kwam nu echt aan op -zoals men zegt- ‘karakter’, want ik had niet verder dan 35 KM getraind. Ik besefte ook gelijk waarom.

05265A7F-325A-430D-A6A5-668756A06FCAHet werd later en later, warmer en warmer. Ik begon me steeds slechter te voelen en hoopte dat het einde er snel was. Ik had iedere keer gelachen en gezwaaid naar mijn toeschouwers, maar toen ik Pien bij de 37 KM zag kijken stond het huilen me nader dan het lachen. Ik was er helemaal klaar mee en had overal pijn. Mijn bovenbenen waren aan het branden, ik had het gevoel alsof er niet meer genoeg zuurstof in mijn hersenen zat en mijn lichaam voelde als 100 kilo. Na een tunnel zag ik het spandoek van papa en mama alweer overal bovenuit steken en ik hoopte heel hard dat Job zijn iPhone NIET gereed had om mij vast te leggen. Natuurlijk deed hij dit wel en mocht ik dit vreselijke moment na de finish op Snapchat aanschouwen. Ik was er nu echt bijna, maar zag ook dat ik met dit tempo mijn doel niet ging halen. Ik weet niet waar ik het vandaan haalde, maar ik besloot het op de volgeladen Coolsingel op een sprinten te zetten. Ik rende de ene strompelaar na de ander voorbij, met mijn ogen op mijn horloge gefixeerd. Ik ging harder en harder en zag de finish steeds dichterbij komen. Geen idee HOE ik het gedaan heb, maar ik bereikte mijn doel. Vier seconden voor de vier uur finishte ik als 224e vrouw de Rotterdam Marathon!

fullsizeoutput_63bc.jpegHoe je benen voelen na vier uur lang non stop rennen? In een woord angstaanjagend. Mijn benen bleven maar trillen toen ik tot stilstand kwam en een vrouw van de EHBO pakte me vast. “Gaat het? Je hebt het super goed gedaan!” Zei ze. Ik was zo licht in m’n hoofd, stond op het punt om om te vallen en was echt helemaal kapot. Mensen om mij heen waren op de grond gaan liggen en zitten maar ik besloot door te lopen om m’n medaille in ontvangst te nemen en mijn fanclubbie in de armen te sluiten. Ik haalde mijn telefoon van vliegtuigstand en mama schreeuwde door de telefoon: “JE HEBT HET GEDAAN!!! GEWOON BINNEN DE VIER UUR TOPPERTJE!!” Ik had verwacht dat ik moest huilen, maar ik voelde me zo megageweldigfantastisch dat ik niks anders kon dan veel te blij en euforisch zijn. Het was me gewoon gelukt om de Rotterdam Marathon te lopen in 03:59:56. Volgens m’n horloge had ik ook nog eens meer gelopen dan op een normale zondag. Helemaal geweldig!