179 dagen (6 maanden) een alcohol promillage van 0.001/mg

Geloof het of niet, maar inmiddels heb ik al een half jaar geen glaasje alcohol meer aangeraakt, op het slokje wodka dat ik aanschouwde als water na dan. Kleine side note: deze slok heb ik gelijk uitgespuugd, maar mijn speeksel zal zich vast vermengd hebben met dit witte, transparante gevaar. Of ik op dat moment niet even overwoog om mijn principe aan de kant te zetten aangezien ik op wintersport was met mijn beste vriendinnen? Geen moment. Het is misschien niet te geloven, maar ik denk niet dat er ooit nog een tijd gaat komen dat ik terug val in mijn oude, inmiddels al weer jaren geleden, alcohol patronen.

Niet dat ik hiervoor nou zo super veel dronk. Ok, toen ik net 16 was natuurlijk wel, want toen was het echt mega vet, tof en gaaf om iedere week en vooral op de hockeyfeesten helemaal door het geluid te gaan, maar de afgelopen drie jaar heb ik mij best in weten te houden. Op de bloed hete dag van mijn 21 diner afgelopen september, waar de wijn vloeide alsof het gratis geld was, was het hek van de dam: ik ging stoppen met alcohol drinken.  Niet alleen omdat ik besloot mijn eerste hele marathon te gaan lopen, maar ook omdat ik er eigenlijk een hekel aan heb. Die hekel had ik al sinds het begin van mijn alcoholcarrière in mij zitten, maar mijn omgeving hielp daar niet echt bij mee.

Want ook ik leed aan hetgeen dat groepsdruk heet. Of ik het nou wilde of niet, het was bijna onmogelijk om de alcohol aan de kant te zetten. “Ben je aan de antibiotica?”, “Heb je tentamens”? of “kom op, een glaasje kan toch wel!” Maakte het ook voor mij vele malen lastiger om de alcohol te laten staan. Hoe ouder ik werd, hoe makkelijker ik dit vond en hoe groter de schijt werd aan mijn omgeving. ‘Als ik niet wil drinken, dan drink ik toch gewoon niet’ dacht ik bij mijzelf. Dat ik hierdoor minder leuk of saai werd gevonden kon mij niets schelen; mijn beste vriendinnen wisten dat ik ook leuk en gestoord kon zijn zonder dat er alcohol bij kwam kijken.

Maar makkelijk is het niet. Er gaat geen borrel op mijn studentenvereniging voorbij waar iemand wel weer begint met; “wat ongezellig zeg” of “wat drink je dan, als je niet drinkt?” “Toch knap hoor! Dat je dat vol houdt!” En dan heb je nog de quasi-bewonderende vraag met een toon van onbegrip: “Hoe doe je dat toch, zo’n hele avond zonder! Ik zou het echt niet kunnen.” De aller ergste: “zonde, want alcohol levert de mooiste herinneringen op, maar je hebt de volgende ochtend tenminste geen kater!” Wat ik dan denk? Houd toch alsjealsjeblieft eens op. We vragen toch ook niet de hele ochtend waarom iemand wel of geen koffie drinkt? Alsof het leven niet leuk kan zijn zonder.

De cultuur die er heerst omtrent alcohol is naar mijn idee de grootste boosdoener. We leven in een wereld waarin mensen een feestje associëren met een avond waarbij minimaal vijf glazen bier of wijn worden geschonken de standaard is, anders is het niet leuk. of nee, dan is het on-ge-zel-lig. Wat een onzin. Soms wilde ik dat niet drinken net zo van zelf sprekend was als niet roken, want de stempel krijgen ‘dat meisje dat niet drinkt’ is echt niet altijd leuk (hoewel het mij aan de andere kant ook niks kan schelen, maar je begrijpt wat ik bedoel).

Waarom ik het drinken eigenlijk zo vreselijk vind? Dat is heel simpel. Bij mij zijn katers geen katers maar depressies, maakt alcohol mij verdrietig en worden mijn al-niet-soepele dansmoves nphoto.jpgiet beter maar slechter. Ook word ik nog eens een losgeslagen projectiel wat uiteraard leuk voor de omstanders is, maar minder leuk voor mezelf (zo mocht ik een keer de muur op mijn oude hockeyclub bijna opnieuw witten omdat ik het in mijn dronken bui wel grappig vond om daar met stiften op te tekenen). Genoeg redenen om niet te drinken dus, want mijn hersenpannetje beschikt inmiddels over genoeg bestaande, grappige en hilarische alcoholgerelateerde herinneringen. En tuurlijk, er zal vast wel weer een moment komen dat ik kan genieten van een heerlijk glaasje rode wijn bij het avondeten, maar nu nog even niet.

Uiteraard wil ik je niet aanmoedigen om gelijk te stoppen met alcohol, sterker nog: ga lekker door want het zorgt voor niet-drinkers voor veel entertainment. De enige puntjes die ik nog kwijt wil voordat je je hand weer aan de tafel en het glas aan je mond zet: door te stoppen met drinken ben ik nog energieker,  voel ik mij fitter, scherper, alerter, heb ik geen pukkels meer, ben ik ongeveer zes kilo afgevallen, ‘bijna’ altijd vrolijk (ook de dag na een feestje), hoef ik niet aan al mijn crushes uit te leggen dat ik gewoon dronken was toen ik belde en kan ik alles vanuit mijn eigen herinneringen na vertellen!