“Uw moeder heeft een piemel!”

Boekrecensie: moedervlekken

 Schrijver: Arnon Grunberg | Aantal pagina’s: 400 | Eerste uitgave: mei 2016, Lebrowski | Prijs: 22,50 |Genre: psychologische roman


9789048819133_hires
Dat de boeken van Arnon Grunberg van een ander kaliber zijn dan Heleen van Royens leuk-voor-bij-het-zwembad-romans, is nog nooit iemand ontgaan. Een tikkeltje absurdistisch, aangrijpend, maar modern: zo zou je de nieuwe moederroman van Grunberg kunnen omschrijven. Deze psychologische roman van Grunberg is een genadeloos boek over de liefde van een zoon voor zijn moeder, en andersom. Deze twee mensen kunnen niet leven – en niet doodgaan – zonder elkaar. Bijna net zoals Grunbergs relatie met zijn eigen moeder.

Wellicht is deze intensiteit ook de reden waarom we zo lang op een nieuwe roman van Grunberg hebben moeten wachten. Het boek is nauw verbonden met Grunbergs eigen leven. De verhalen en anekdotes die beschreven zijn in het boek lijken in zekere zin op eerdere verhalen die Grunberg de afgelopen twintig jaar over Hannelore Grunberg-Klein, zijn moeder, heeft opgeschreven. Zij overleefde het kamp en benadert haar zoon met een agressieve vorm van moederliefde: verwijten en klachten zijn de belangrijkste verschijningsvormen van die liefde. Zo geldt dit ook voor de mama in deze roman. Keer op keer wordt Kadoke zwart gemaakt door zijn moeder. Hij lijkt er echter geen problemen mee te hebben, want de verhouding tussen moeder en zoon blijkt zeer intiem. Kadoke bijt zijn moeder in haar nek en hij noemt haar ‘mijn liefste.’ De moeder heeft Kadoke volstrekt in de tang.

De hoofdpersonage in het boek, Otto Kadoke, werkt in een crisiscentrum. Als psychiater die gespecialiseerd is in suïcide preventie is het zijn taak om mensen ervan te weerhouden zichzelf iets aan te doen. “Het leven is immers een kwestie van niet-sterven.” Wanneer hij op een dag bij zijn oude en hulpbehoevende moeder op bezoek gaat, doet een van de Nepalees verzorgsters de deur open, gehuld in slechts een handdoek. Als psychiater die zich ten alle tijden aan het protocol houdt, wordt hij toch overmand door gevoelens van liefde voor het meisje. Helaas met een teleurstellend gevolg: ze vertrekt. Kadoke is ten einde raad. Wie moet er nu voor zijn hulpbehoevende moeder zorgen? De veertiger staat er vanaf dat moment alleen voor en besluit zijn ouderlijk huis in te trekken om voor zijn moeder te zorgen.

Het verhaal houdt je compleet in zijn greep, maar dat is niet omdat het zo’n leuk boek is. Het is verrassend, tragisch, en de personages hebben diepgang: je leert ze tot in detail kennen, zowel lichamelijk als geestelijk. Voor wie bekend is met Grunbergs eerdere personages zoals Jurgen Hofmeester in Tirza (2006), is ook Kadoke een typische man die beweert zijn leven op een rijtje te hebben. Hij is erg analyserend, kent zichzelf maar al te goed maar toch doet iets hem lichtelijk ontsporen. “Onrust heeft zich van hem meester gemaakt. Iets sleept hem mee. Emoties kunnen het niet zijn geweest, die heeft hij onder controle.”

Kadoke begint steeds meer fouten te maken. Dit brengt hem in contact met Michette, een jonge, compleet gestoorde vrouw die bleekwater drinkt en bedekt is door littekens die het gevolg zijn van zelfverminking. Ze is van de ene kliniek naar de andere gegaan, zonder resultaat. Onder het motto dat hij met alternatieve therapie wel wat kan bereiken neemt hij haar in huis als verpleegster voor zijn bejaarde moeder. Michette wil samen met Kadoke lijden: ‘’ik zal je leren wat lijden is, dan leer je wat liefde is.” Niks is Michette te gek, waardoor je als lezer beseft dat dit boek grotendeels fictie is. Wanneer ze haar vader bij een bezoekje vraagt of hij haar tepelpiercing dicht kan knijpen die een beetje los zit, kan je niet anders dan het met Kadoke eens zijn: “Kadoke vindt dit toch een merkwaardig tafereel. Hij oordeelt niet, maar een tikkeltje ongemakkelijk maakt dit hem wel.”

Ook het feit dat moeder een piemel heeft helpt je eraan herinneren dat dit geen autobiografie is over Grunbergs eigen moeder. Voordat Michette in beeld is jaagt hij een nieuwe bejaardenverzorgster de stuipen op het lijf wanneer zij moeder onder de douche wil zetten. ‘Uw moeder heeft een piemel!’ Kadoke legt rustig uit dat dit zijn vaders manier was om de dood van zijn vrouw te kunnen accepteren. “Mijn vader is tijdens zijn depressie mijn moeder geworden.”

Met pijn in de onderbuik en plaats vervangende schaamte, valt er soms ook wat te lachen. Zo is de scene dat Michette voor het eerst moeder ontmoet naast ontroerend ook komisch: ‘Waarom ben je erger dan de nazi’s? Je jaagt je oude moeder de straat op met zo’n straatvrouw!’ Het is letterlijk en figuurlijk een gekkenhuis. Toch blijf je tijdens het lezen verbonden met de realiteit: hoe ver het verhaal ook af staat van de doorsnee Nederlander, het is en blijft een boek over de vraag naar de reden van het leven. Een vraag die voor iedereen bekend is.

Het is een droevig maar prachtig verhaal. Kadokes moeder kan niet doodgaan, want Kadoke kan volgens haar niet zonder hem: “Ik kan niet sterven, want je bent een zwakke man en je kunt niet zonder mij verder.” Alles in de roman is uitzichtloos: zijn moeder zal op den duur sterven en Michette zal als ‘borderliner’ ook nooit compleet herstellen. Toch geeft de uiteindelijke oplossing voor al het lijden je een beetje hoop dat het ooit nog goed komt met Kadoke.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s