In Nederland en Vlaanderen wordt er tijdens de jaren dertig een onderscheid gemaakt tussen drie soorten critici: de journalist, de essayist en de wetenschapper (Dorleijn et al., 2009). In dit artikel zal de focus worden gelegd op de literaire kritiek in de context van de journalist die boekrecensies schrijft voor kwaliteitskranten, ofwel de recensie. De krant is het prototypische medium van de journalistieke criticus, die een snelle reactie geeft op de literaire actualiteit en doorgaans een bijzonder breed publiek bereikt.
De recensie en haar invloed
Een recensie wordt gerekend tot de betogende teksten. In deze teksten probeert de schrijver de lezer van zijn standpunt te overtuigen door dit standpunt kritisch met argumenten te onderbouwen. In vele opzichten wordt de criticus-journalist geacht het standpunt van de krant te vertolken, of daar althans niet al te opzichtig tegenin te gaan, zowel wat betreft de ideologische lijn als met betrekking tot de omvang en aard van de artikelen (Invernizzi & De Jong, 2009). De recensie hoeft niet alleen te gaan over literatuur. Er kan worden vastgesteld dat de recensie een grote invloed heeft op de houding van de consument ten opzichte van het kunstwerk: of dit nou een boek, film, tentoonstelling, musical, schilderij of een documentaire betaamt. Samenvattend kan er gezegd worden dat de recensie geschreven wordt voor vier soorten groepen lezers: de potentiele consumenten, lezers die het gerecenseerde werk al kennen, lezers die gewoon benieuwd zijn en de makers zelf. De makers zelf hebben het recht op een goed beredeneerd oordeel over hun werk. Een ondeskundig of slecht geschreven kritiek, positief of negatief, kan veel invloed hebben op zowel de naamsbekendheid van de kunstenaar als de reputatie van de krant en recensent. Een recensie kan de kunstenaar maken of breken. Als recensent heb je de verantwoordelijkheid om een zo goed mogelijk waardeoordeel te presenteren. Je bent als recensent verplicht om goed na te denken over de argumenten die je voor je waardeoordeel naar voren brengt (Brandt, 1994).
De ideale recensie
Als recensent zijn er bepaalde aspecten waar rekening mee moet worden gehouden tijdens het schrijven van een recensie. De wetenschapper E. Brandt (1994), heeft een ideaalmodel ontwikkeld voor het schrijven van literaire recensies in dagbladen. Dit ideaalmodel komt overeen met mijn vier persoonlijke eisen waaraan een goede recensie moet voldoen. In dit ideaalmodel wordt aangegeven uit welke onderdelen een literaire dagbladrecensie dient te bestaan. Ik zal de recensie Sta op, Slaven van het internet uit het NRC Handelsblad van 1 december 2016 gebruiken om deze kenmerken te illustreren.
Informatie
Informeren van de lezer is het eerste eis waaraan een recensie moet voldoen. Een goede literaire recensie bevat doorgaans zowel informatieve als betogende gedeelten. Achtergrond informatie over de schrijver, zijn eerdere werken en het genre van het werk kunnen het waardeoordeel ondersteunen en zijn noodzakelijk voor een goede recensie. De context behandelen en een korte samenvatting van het verhaal dienen aanwezig te zijn. Door de context te beschrijven krijgt de totale omgeving, in dit geval het boek, betekenis. De titel van het boek, Ik haat het internet, wordt in de recensie goed toegelicht en de context wordt hiermee duidelijk gemaakt. “Adeline behoort tot een groep vrienden die in het San Francisco van 2013 als schrijvers, tekenaars en andere ‘creatievelingen’ het hoofd boven water proberen te houden.” Met deze informatie kan er een koppeling worden gemaakt naar de titel van het boek en wordt het voor de lezer begrijpelijk waar de motivatie tot het schrijven van dit boek vandaan komt.
Door het geven van veelomvattende informatie worden lezers gestimuleerd om zelf een oordeel te vellen en niet alleen aan te nemen wat de recensent betoogd. De recensent dient de lezer te informeren en wel op een correcte wijze die recht doet aan de feiten. In de eerste alinea van de recensie Sta op, slaven van internet wordt het boek gelinkt aan een maatschappelijke gebeurtenis in Nederland. “In Ik haat het internet, de ideeënman van de Amerikaanse schrijver Jarett Kobek (38), overkomt een van de hoofdfiguren, striptekenares Adeline, iets soortgelijks.” Doordat de lezer dit zich mogelijk herinnert lijkt het onderwerp dichterbij, waardoor de lezer gestimuleerd wordt om door te lezen. Dit bruggetje naar de actualiteit is voor mij een pluspunt voor een goede recensie.
Het waardenoordeel
Het tweede eis waaraan voldaan moet worden is dat het waardeoordeel zo goed mogelijk beargumenteerd dient te worden. Het waardeoordeel moet gemakkelijk te identificeren zijn. Het ontbreken van goede argumentatie over het waardeoordeel en de aanwezigheid van spellingsfouten kan naar mijn idee gezien worden als de grootste zonde. Het onbeargumenteerd laten van een waardeoordeel in een recensie heeft grote gevolgen omdat de recensent over relatief veel macht beschikt. Hij kan, zoals al eerder gezegd werd, een boek en een schrijver maken of breken. Het recht van de criticus om een oordeel (dat zo veel consequenties kan hebben) uit te spreken, schept de verplichting om dat oordeel deugdelijk te onderbouwen (Brandt, 1994). Naar mijn idee valt of staat een recensie met goede argumenten over het waardeoordeel.
Argumentatie
Ten derde is het van belang dat de argumenten voor het waardeoordeel betrekking hebben op aspecten en/of kenmerken van het werk zelf. De argumenten moeten duidelijk als zodanig herkenbaar zijn. ‘Ik krijg er hoofdpijn van’ heeft bijvoorbeeld betrekking op de recensent zelf, niet op het boek. Het gebruiken van citaten of metaforen kan zorgen voor een goede afspiegeling van het kunstwerk en kunnen worden gezien als bonuspunten voor een goede recensie. Een recensent moet niet proberen met zijn betoog de lezer te misleiden of te manipuleren, maar hij moet een kritische lezer zien te overtuigen van zijn waardeoordeel door het te verdedigen met redelijke argumenten. Toelichtingen, verklaringen en uitleg mogen gepresenteerd worden. De recensie van Hulsman beschikt over goede argumentatie: “Behalve veel herhalingen, legt Kobek ook veel dingen, diensten en verschijnselen op een quasi-naïeve wijze uit. Zo schrijft hij over twitter dat het een ‘systeem was waarmee mensen korte berichten naar computers en telefoons konden versturen.’’ Hij onderbouwd hier zijn standpunt deugdelijk met een citaat uit het boek.
Beoordelingscriteria
Tot slot moet de recensent er voor zorgen dat zijn beoordelingscriteria duidelijk worden. De recensent dient zijn beoordelingscriteria consequent toe te passen. In de laatste alinea van de recensie schrijft Hulsman: ‘’Dit is een treffende karakterisering van het hele boek.” Hij gebruikt de woorden van de schrijver om zijn eigen standpunt te ondersteunen. Dit is naar mijn idee een van de beste manieren om betrouwbaar over te komen als recensent. Door het boek te citeren beargumenteerd hij op een sterke wijze zijn stelling ‘met Ik haat het Internet … heeft Kobek veel te veel gewild.” Het gebruiken van citaten kunnen de verbeelding ten goede doen. Dit, en proberen mooie overgangen tussen alinea’s te maken kan een recensie net wat stijlvoller maken. Citaten kunnen gebruikt worden om een interpretatie te ondersteunen. In dit geval fungeert het niet als een demonstratie, maar als argument voor een beschrijving, een observatie, een typering, een kenmerk dat de recensent een boek toekent (Uijttewaal, 2002).
Conclusie
Er moet in het achterhoofd gehouden worden dat het standpunt in een literaire recensie altijd een waardering uit en daarom altijd een ‘waardeoordeel’ is. Dit waardeoordeel vloeit onder meer voort uit de persoonlijke literatuuropvatting van de recensent. Alhoewel de recensie geen persuasieve maar louter informatieve bedoeling heeft, is het lastig om dit volledig tegen te gaan. Daarom moet getracht worden om bij het schrijven van een recensie het oordeel zo goed mogelijk te rechtvaardigen door eerlijk te zijn, te oordelen met taal en argumenten, respect te tonen voor de schrijver en zo veel mogelijk relevante informatie te geven (Fortuin, 2011). En wil je als recensent echt uitblinken, dan zijn mooie metaforen en een creatieve schrijfstijl met veel beeldspraak geen noodzaak maar een voorwaarde.
Referenties
Brandt, E. (1994). Argumentatie in literaire dagbladrecensies: een ideaalmodel. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jrg. 16, 1994, nr. 2: 127-135
Dorleijn, G. J., de Geest, ., Rymenants, K., & Verstraeten, P. (2009). Literaire kritiek in Nederland en Vlaanderen tijdens de jaren dertig: een panorama. In G. J. Dorleijn, D. de Geest, K. Rymenants, & P. Verstraeten (Eds.), Kritiek in crisistijd. (pp. 7-34, 287-288). Nijmegen: Uitgeverij Vantilt.
Fortuin, A. (2011). De 10 geboden voor de criticus. In: NRC Handelsblad. 29 augustus 2011.
Hulsman, B. (2016). Sta op, slaven van het internet. Verkregen op 3 december 2016 van: https://www.nrc.nl/nieuws/2016/12/01/sta-op-slaven-van-internet-5602085-a1534462
Invernizzi & De Jong (2009). Leren recenseren. Coutinho.
Uijttewaal, T. (2002). Citaten als argumenten in literaire recensies. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jrg. 22, nr. 2. 97-111