Datum: 7 november 2016
Locatie: Heineken Musical Hall
Aanvang: 20:00
Vier jaar nadat de hele wereld voor het eerst mocht genieten van de wereldhits ‘Ho Hey’ en ‘Stubborn Love’ zijn The Lumineers weer helemaal terug met hun nieuwe, tweede album ‘Cleopatra.’ Gelukkig besloot deze charismatische Amerikaanse folkrocksensatie die haar oorsprong vond in Denver, Colorado, na een uitverkocht concert in de Melkweg op 29 april 2016 gisteravond terug te komen naar Amsterdam.
Na een veelbelovend voorprogramma van The Bahamas, dat ondanks haar zonnige nummers niet afkomstig is uit het Caribische gebied waarnaar zij zichzelf genoemd hebben, trappen Wesley Schultz (zang/gitaar), Jeremiah Fraites (drum en mandoline) en Neyla Pekarek (celliste en vocaliste) af met het tweede nummer van hun nieuwe album: Sleep On The Floor. Het publiek wordt meegenomen op de tonen van het duidelijk verfijnde prachtgeluid de band produceert. De sfeer is intiem en wordt met het verstrijken van de tijd alleen nog maar intiemer. ‘I’m going to play this famous song, and after this I really hope you’ll all put your phones aways so we can create a comfortable and cozy environment,’ zegt de leadzanger na het spelen van ‘Ho Hey.’ Zo geschiedde het. Hoewel de verlichting van het concert al bestond uit prachtige warme kleuren, gepresenteerd in combinatie met decoratieve orgels in plaats van de welbekende telefoonflitsers, besloot het hele publiek mee te gaan in dit anti-telefoon verzoek. Slechts een enkeling kon de verleiding om het optreden vanaf minuut één vast te leggen of te delen via Snapchat niet weerstaan.
Kenmerkend voor de Cleopatra tour lijkt het feit te zijn dat het zich niet richt op het behalen van zoveel mogelijk commerciële winst, maar een verhaal wil vertellen. Niet slechts één verhaal, maar eenentwintig, bleek uit het ongeveer tachtig minuten durende concert. Puur de kunst, diepgang en de cathartische functie van de muziek staan centraal: ‘singing about my own experiences and sharing this with you guys helps me a lot,’ spreekt Schultz uit voordat hij begint aan ‘Charlie Boy.’ Het is een nummer dat is opgedragen aan zijn oom: ‘he went to Vietnam to fight for his country but he never returned.’ De liedjes zijn ondanks de soms verdrietige achtergrond een genot om naar te luisteren. Schultz zet ieder nummer alleen in, maar dankzij het bijvallende foutloze cellospel van Pekarek en het entertainende gedrag van de altijd in wit en zwart (inclusief bretels) geklede Fraites worden ze omgetoverd tot een feestje. Ook pianist Stelth Ulvang en bassist Ben Wahamaki leveren een grote bijdrage en zijn onmisbaar: het rond rennen op het podium en springen vanaf de net iets te hoge piano zorgt voor een glimlach op ieders gezicht. Wanneer Schultz besluit om semi-spontaan met zijn gitaar door de zaal te lopen en het ene persoon na de andere de hand schudt, is de enige vraag die je jezelf nog durft te stellen: zou het voor henzelf niet een beetje plastic en automatische piloot-werk zijn geworden?